De watersnoodramp van 1953 had een grote impact op de geschiedenis van amateurradio in Nederland. Op 1 februari 1953 werden grote delen van Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant getroffen door een zware storm en een hoge vloedgolf, waardoor veel dijken braken en het land onder water liep. Meer dan 1800 mensen kwamen om het leven en duizenden raakten dakloos.
Amateurradiozenders speelden een belangrijke rol bij de communicatie tijdens de watersnoodramp. De reguliere communicatiemiddelen, zoals telefoonlijnen en radiostations, waren overbelast of uitgevallen. De enige manier om informatie te krijgen over de situatie in de getroffen gebieden was via de amateurradiozenders.
Veel zendamateurs waren zelf getroffen door de ramp, maar ze zetten hun apparatuur in om contact te maken met andere zenders en om informatie door te geven aan hulpverleners. Ze werkten samen in een netwerk om informatie uit te wisselen en hulp te organiseren. Zo konden ze bijvoorbeeld mensen in ondergelopen huizen waarschuwen voor naderende reddingsploegen.
Het belang van amateurradiozenders tijdens de watersnoodramp werd erkend door de overheid. Er kwam meer aandacht voor het trainen van zendamateurs in noodcommunicatie en het verbeteren van de infrastructuur van amateurradiozenders voor gebruik in noodsituaties.
Na de watersnoodramp groeide de populariteit van amateurradio in Nederland. Veel mensen realiseerden zich hoe belangrijk het was om te kunnen communiceren in noodsituaties en begonnen zelf met de hobby. Er werden meer amateurradiozenders gebouwd en er kwamen meer lokale verenigingen van zendamateurs.
In 1955 werd de Nederlandse Radio Amateurs Vereniging (NRAV) opgericht, die later werd omgedoopt tot de Nederlandse Vereniging voor Experimenteel Radio Onderzoek (VERON). De VERON had als doel om amateurradio te promoten en te ondersteunen, en om te werken aan de ontwikkeling van nieuwe technologieën.
Kortom, de watersnoodramp van 1953 was een belangrijk moment in de geschiedenis van amateurradio in Nederland. Het liet zien hoe belangrijk het was om te kunnen communiceren in noodsituaties en leidde tot meer aandacht voor amateurradio als een nuttige en belangrijke hobby.